Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Sallum, de zoon van Kore, den zoon van Ebjasaf, den zoon van Korah, en zijn [20]broeders van het huis zijns [21]vaders, de Korathieten, waren over het werk van den dienst, wachters der dorpelen des tabernakels; gelijk hun vaders in [22]het leger des HEEREN geweest waren bewaarders van den [23]ingang; 20. Dat is, bloedverwanten. 21. Te weten, de Kehathieten, Num.4:4. 22. Dat is, in de woestijn, waar God de Levieten als een heirleger gevoerd heeft, en zelfs rondom de ark legerde. 23. Te weten, tot het heilige der allerheiligste in de tent des Heeren.